voor het eerst op een meerdaagse van de vrije ruiters

Wat een voorbereiding. Zou Ashling, mijn bejaarde connemara merrie, het wel aankunnen? Marina heeft het over een pittig parcours met soms grintwegen, Dorien mailt me dat het veel gewoon stappen wordt omdat je toch met een kaart in de weer bent. Trailer een onderhoudsbeurt gegeven. Een trainigsproef gehouden van een tocht van 15 km op de hei omte bekijken of de oude dame het aan zou kunnen. Dat ging prima dus ik ga voor het eerst alleen met Ashling op stap. Hoe ga ik haar van haar onafscheidelijke vriendin Ivanga scheiden? Eerst Ashling laden en Ivanga laten toekijken dan vliegensvlug afsluiten en Ivanga wegvoeren. Dat pikte de oude dame niet en ze maakte een enorm stampei dat een gekneusde laadklep tot gevolg had. Maar gauw gaan rijden.  

Voordat de gps de bevrijdende woorden sprak van bestemming bereikt, kon ik al aansluiten bij nog een trailer die kennelijk dezelfde bestemming had. Ik blij, niet alleen een paard is een kuddedier.
Rob, de gastheer met hoedje en klompen, hielp met uitladen. Middenstang helemaal weggedrukt, achterstang hing los, borgringetje er uit. Ik schaapachtig: toch ben ik gewoon dat borgringetje er automatisch om te doen. Rob: Dan moet je paard met haar staart het ringetje verwijderd hebben. In ieder geval opgelucht dat we veilig aangekomen waren.

In de wei had Ashling razendsnel een nieuwe vriendin gevonden, Hanja die Hannes genoemd wordt en die net voor ons aangekomen was. Met een zwiepende staart liet ze de andere paarden weten dat het haar nieuwe vriendin was. Hypothese: wezens die als nieuw in een nieuwe omgeving worden gelaten zijn onzeker en zoeken bescherming en steun bij een lotgenoot. us vroeg ik aan Karin, het baasje van Hannes, of we samen een ritje zouden kunnen maken omdat de paarden het toch al zo goed met elkaar konden vinden. Martine, een stoere endurance rijdster, sloot zich bij ons aan. Zij had al een kaart aan haar zadel hangen dus dat leek me wel safe. Het ritje werd geen ritje meer en omdat ik de oude dame niet te veel wilde afmatten vroeg ik op een zeker moment of we wel wisten waren we waren en zo ja of we de kortste weg naar de berghoeve konden nemen. Dat was meteen voor cursisten van kaartlezen voor dummies een goede vraag. Na veel overleg met discussie hoe je vanuit de stand van de zon kon bepalen waar het noorden moest liggen, kwamen we toch nog thuis.

Mijn volgende probleem was een slaapplek. Dat regelt zich ook razendsnel vanzelf maar niet voor mij omdat ik niemand kende. De oplossing was om elke kamerdeur te openen, te zien of er al baggage gedumpt was en zo niet, beslag leggen op die lege kamer. Na twee kamerdeuren had ik tot mijn grote opluchting al beet, een ongezellig hoekkamertje, maar met een enkel bed.

Tafelgesprekken zijn bij een meerdaagse heel bijzonder. Eindelijk kan er met zielsverwanten over paarden gesproken worden. Als het gesprek plenair is moet je over een luide stem beschikken en als dat niet het geval is kun je altijd een verwarring stichtende opmerking maken om zodoende de aandacht op je te richten.

Maaltijden zijn voor mensen die het goed voor hebben met hun paardje en hem niet te veel kilo´s willen laten dragen, een kwelling. Gastheer Rob blijkt gediplomeerd te zijn in de horeca en kokkie Dorine heeft als hobby het bereiden van nagerechten, alle vormen van toetjes waar chocolade is in verwerkt.

Op de eerste dag werd de snelheid gemeten in stap, draf en galop. Ik had mijn oude dame die achter haar vriendin pleegt te sukkelen, totaal verkeerd ingeschat. Op dit weekend leidt ze een nieuw leven; in plaats van stoicijns en afgestompt nu alert en voorwaarts. Waar een meerdaagse al niet goed voor is.

Bij de rally moest je spelden, geprikt op een topografische kaart van 1:250 000, overbrengen op je eigen kaart. De nauwkeurigheid van die speldenprik ligt op 25 meter . In het veld is een bordje op 2 meter hoogte geplaatst. Het vinden van de plek was goed te doen, maar het vinden van het bordje viel vies tegen. Vooral omdat de paarden van dat zoeken niets begrepen en lijdzaam verzet gingen plegen. Op den duur bleek het handiger om af te stijgen en als ruiter te voet die cirkel van 25 meter en vanwege mijn bijziendheid eerder een cirkel van 50 meter te inspecteren dwz achter elke boom te kijken of er een bordje hing. Al met al waren de organisatoren best tevreden dat de dummies op kaartleesgebied toch maar 80% van de bordjes (4 x 4 cm ) gevonden hadden.

Op een meerdaagse sta je versteld van de diversiteit van de deelnemers, afgezien van het feit dat er betrekkelijk weinig mannen deelnemen. Ik heb geleerd vlees goed te braden á point, veel gehoord over geitenkaas maken, zadel maken, buut tegen atrose, een hoed van schapenwol maken, dameszadels en hoe zelfverzekerd je kunt worden als je je een mooi corset laat aanmeten, wat een vuurwerker bij de marine doet, dat er een elitaire concurrent van de NVVR bestaat en wat een sterrit precies inhoudt.

De zondag was gereserveerd voor de GPS. De lunch was op een geheime plek waarvan we alleen de coordinaten als waypoint ingevoerd in de GPS kregen en een kringel van een omtrek van 300 meter op een kaart met een schaal van 1:50 000. Helaas konden de exacte coordinaten volgens noordebreedte en oosterlengte niet in mijn Garmin60 ingevoerd worden omdat ik vanuit mapsource een bepaalde kaart had ingevoerd. Ik heb me moeten behelpen met Point of interest Twilhaar. Op grote afstand werkt dat perfect. Op mijn verzoek werd er op de hei een stijgend pad gezocht waar het leuk galopperen was.

Halverwege zat de hoefschoen van mijn oude dame gedraaid en moest de hele club op me wachten. Vervolgens toen iedereen trek of honger begon te krijgen en weer ging galopperen, kreeg ik een lekke band (de luchtkamer van de hoefschoen) en deze keer kwam de hoefschoen helemaal los. Gelukkig had ik het meteen in de gaten. De groep kreeg honger en begon serieus werk te maken van de gps. Die voerde ons naar de bebouwde kom van Hellendoorn. Maar gelukkig was er een autochtoon die kon bevestigen dat de GPS de juiste richting aanwees.

Op ongeveer 300 meter van het waypoint wees mijn GPS naar rechts en de GPS van Karin met de exacte coordinaten naar links. Dankzij de endurance vonden we een bordje met Joods Gedenkplaats en warempel daar in de buurt een paddock met drenkplaats van Hippisch Toerisme met de cateringsbus. De picknickbank was door de boswachter van SBB verwijderd zodat het een staand buffet werd. Tekend voor de gespannen relatie tussen boswachters en vrije ruiters. Na een voortreffelijke luch ging het richting Berghoeve. De endurance groep was er erg snel, eindelijk de remmen los. De deelnemers die de maandag moesten werken namen in de loop van de middag afscheid. Altijd leuk om als stuurlui aan de wal het trailerladen te aanschouwen. De geluksvogels die nog een nachtje mochten blijven werden getracteerd met een voortreffelijke maaltijd van de restjes. Na het eten werd er eens niet gesproken over paarden maar over het bestaan van het glazen plafond voor vrouwen in toppostities. Omdat bij belangrijke contracten de contractpartners week gemaakt moesten worden met exquis bordeelbezoek, werden vrouwen minder geschikt geacht voor dit belangrijke werk. Daarom bereiken vrouwen nooit de top. Overigens ontstond een vinnige discussie over het wezen van prostitutie; altijd een onderdrukkingsrelatie waarvan een ieder weldenkend mens zich dient te distanciëren, of een kwestie van zakelijke dienstverlening uit vrije wil?

Kortom mijn eerste meerdaagse was een belevenis met verschillende aspecten; de zelfoverwinning individueel met je paard op stap te gaan, geleerd altijd je trailer terug te vinden mits je na GPS bereik de trailerplek als waypoint markeert, met een grote verscheidenheid van mensen kennisgemaakt en geleerd van figuratieve schilderkunst tot systeemtherapie, genoten van culinaire hoogstandjes (à point gebraden schijven van de muis van een wilde everzwijn, een geitenkaasje op een bedje van rucola salade, met slagroom gevulde soesjes overgoten met warme chocolade).

Ondanks het feit dat ik nu zelf ook in vreemde streken de weg terug zou moeten kunnen vinden smaakt deze meerdaagse naar meer. Wie wil er een stopplaats, voor mij de startplaats, op de Wageningse Eng op twee dagritten verwijderd van de plaats van samenkomst in Kootwijk van de sterrit gehouden in juni 2011?

 

hannes en ashling

 

 

ff de gps controleren

Wil je zien hoe het bij ons in het voorjaar 2010 was?

klik hier

 

Vroeg voeren voordat je naar je werk gaat? Nooit meer

Voor een paard is het goed als hij zijn eten over de dag verspreid krijgt aangeboden.
's Morgens vroeg stap ik dan op de fiets om de paarden hun ontbijt te geven
in de vorm van wortelen en een bak hooi. Als ik vrij heb, gaat dat prima. 
Maar op dagen dat ik werk, moet ik heel vroeg op en me haasten. Daar heb ik de pest aan.
Is hier niet iets slims voor te bedenken? Mijn gedachten gingen naar een tijdklok
die op half negen afgaat en de paarden uitnodigt aan tafel te gaan. 
Tijdklokken werken op netspanning en dat heb ik niet op de wei. Wel 12 volt voor 
het schrikapparaat. De onvolprezen firma Conrad levert 12 V tijdsklokken.
Een handig apparaatje waarmee je voor elke dag in in de week twee begintijdstippen
en twee eindtijdstippen kunt programmeren. Dat komt dan mooi uit: stroom in om
8.30 uur, stroom uit om  8.31. 
Met dat tijdklokje kan ik nu dus regelen dat er op de ontbijttijd een minuut spanning
wordt geleverd. Wat kan ik met die spanning doen. Mijn eerste gedachten gingen uit naar 
een elektromagneet die ingeschakeld een deur zou moeten ontgrendelen. 
Allemaal veel te ingewikkeld. Mijn zo'n Erik had de oplossing: ga naar de sloop en koop 
een automatische deurontgrendellaar. Voor 20 euro kocht ik een ontgrendellaar voor 
een brandstoftank. Er was nog wel een probleem op te lossen. Het is niet goed dat er 
een minuut lang spanning staat op die ontgrendellaar. De ontgrendellaar heeft een stangetje
dat een haakse bocht maakt. Als ik nu op die haakse bocht gewoon een aan/uit-schakelaar
monteer, dan levert de tijdklok spanning, de ontgrendellaar trekt terug, komt tegen de 
schakelaar aan, spanning wordt uitgeschakeld.
 
Het pennetje van de ontgrendeling steekt nu uit. Daar is een verbinding te maken met het schrikdraad. Als het pennetje 
terug gaat, komt de schrikdraad vrij. Ook is goed te zien dat de haakse bocht naar voren staat. Als de ontgrendellaar 
terug komt, slaat de haakse bocht tegen de schakelaar. 
Vervolgens moest nagedacht worden over dat schrikdraad want dat moest aangetrokken staan zodat het na de ontgrendeling
opgerold zou worden. Als het op de grond zou vallen zouden de paarden er nog bang van worden. Het moest dus na ontgrendeling
weg van de voerbakken zijn. Eerst dacht ik aan het mechanisme zoals bij het snoer van de stofzuiger. Ik heb ook nog gedacht
aan het mechanisme van dat speeltje dat je bij het skiën gebruikt als je een kaartje door een leesmechaniek moet halen.
Allemaal veel te ingewikkeld en ik ben uitgekomen op het mechanisme van de hordeur: iets zwaars dat naar beneden wil vallen.
Hier zie je de gedekte ontbijttafel. De paarden kunnen net niet bij de ton (hoop ik).
Hier zie je dat het draadje aardig weggetrokken wordt. Het begin is gewoon een koordje omdat ik natuurlijk geen 
schrikdraadspanning op de ontgrendellaar moet hebben.
Het is nog maar een prototype, nu maar onderzoeken of het allemaal wel zo mooi gaat werken als ik bedacht heb.
Dus voorlopig toch maar vroeg op om te controleren of het allemaal goed werkt.
Hard gewerkt aan een oprolmechanisme. Ziet er niet uit, als een soort Romeins werktuig, maar het werkt.
Van voren ziet het als hieronder uit. Als je trekt aan het ringetje, worden de elastieken gedraaid en die geven
voldoende torsie of draaikracht dat bij het loslaten van het touwtje door de ontgrendellaar het draad volledig 
wordt opgerold.
 

Op bezoek in Andalusië

Wij zijn tijdens de vakantie op bezoek geweest bij Peter Bosman die geëmigreerd is naar Andalusië. 
http://users.telenet.be/huertecilla/
Hij is weg van het paardenras de Andalusiër. Hij houdt ze in een familiegroep met een echte macho hengst.
De Andalusiër is daar evolutionair ontwikkeld. Op grottekeningen staat dit ras al afgebeeld. 
Wat me nu opviel was dat dit paard helemaal geen moeite heeft met felle zonneschijn. Ik heb paarden gezien
die aan een lijn in een stroveld gezet zijn de hele dag bij een temperatuur van rondom de 30 graden zonder
enige schaduw. Het allerbelangrijkste is daar water en dat weten de eigenaren. Het paard daar kan kennelijk goed 
tegen warmte, natuurlijk is het van belang dat het paard een keuze heeft, het vastzetten aan een draad is 
verwerpelijk. Ook van belang is gezelschap. Als de paarden te veel last krijgen van vliegen, zoeken ze elkaars 
gezelschap en gaan dan kop - staart staan zodat de staart van het ene paard de vliegen van het andere paard kan
verdrijven en omgekeerd. Tegen dazen en horzels wordt een kwastje aan de single bevestigd dat bij elke beweging 
een groot deel van de buik beslaat.

   
Peter heeft op basis van historisch onderzoek en bio-medische inzichten een eigen rijstijl (her)ontwikkeld.
Het is gebaseerd op consequent doorzitten. Hij propageert zadels als malibaud waar je zo veel mogelijk contact
kunt onderhouden met het paard en zo weinig mogelijk in de stijgbeugels staat.
Draf is dan gewoon proberen mee te lopen op het ritme van het paard.
De eerste zitles heb ik bij hem gevolgd. 

De fiador-knoop

Als alternatief voor een halster wordt het touwhalster aangeraden.  Op paardnatuurlijk.nl  is dit halster onderzocht op een model en het bleek dat de signaalwaarde van dit halster goed was. Om zo'n halster te maken kun je een werktekening downloaden. bijvoorbeeld bij de volgende link http://www.gaitedhorses.net/Articles/RopeHalter/RopeHalter.html De maten staan in inches, omgerekend:
10 = 24,5 cm,  8= 20 cm, 9=22cm, 6= 15 cm en 29=71cm.
Ik gebruik een nylonkoord  van 6 mm dikte,

Het probleem van die werktekening is dat een en ander nog vrij onduidelijk is. Met name welk koord onder of boven welk koord ligt.
Ik heb de moeite genomen, na heel veel probeersels, foto's te maken van de twee cruciale stappen.

 

Dit is het resultaat van de eerste stap waarbij alleen de rechterlijn gerekend van de neusknoop is uitgelegd. Hier zie je veel beter hoe het koord onder of bovenlangs gevlochten moet worden.

Dit is het resultaat na de tweede stap nadat de linkerlijn gerekend vanaf de neusknoop is ingevlochten. Let op de twee lussen onder. Die moet je samen nemen want daar moet de longeerlijn of halstertouw of leidsel aan bevestigd worden. De truc is die lussen gelijk te maken en dan stevig beet te pakken bij het aantrekken van de knoop door aan de uiteinden links en rechts te trekken want de afstanden naar de neusknoop (de twee bovendste lijnen) moeten gelijk blijven. 

De afwikkeling bij Ashling

Ik probeer Ashling haar hoeven op een natuurlijke wijze te bekappen. Na hoefbevangenheid bleef ze gevoelig lopen, vooral in vergelijking met Vanga die van voren met hoefijzers beslagen is. Het valt op dat Ashling haar hoeven van voren aan de hoefrand flink slijten. Het vermoeden ontstond dat ze te traag afwikkelt waardoor ze op haar tonen landt. De videocamera is zonder de instellingen te veranderen gewoon aan de kant van het asfaltweggetje op de grond geplaatst en Ashling is er langs gedraafd.
 

 

Wat haar achterhoeven betreft landt ze keurig op de hiel. Mooi is de draaiing van haar been in de hoef te zien. De schok wordt opgevangen als ze op haar hielen landt als de hoek met de grond klein is. Dat geeft een optimale schokabsorptie.

Nu haar voerhoef

 

 

Heel duidelijk is het afzetmoment op de tonen te zien. Volgens mij is dit de logische verklaring van de slijtage aan de hoefwand voor. Om vaart te houden of te maken zal de kracht op de voorste hoefwand, ook omdat die rond is, op een vlakke ondergrond buitenproportioneel groot zijn. Je ziet het ook aan de slijtageplekken op hoefijzers. Bij Ashling is er meer slijtage aan de voorhoeven dan aan de achterhoeven. Daaruit  is af te leiden dat ze meer met haar voorhand dan haar achterhand kracht zet.

De pretentie van het natuurlijk bekappen dat bij volop lopen op een harde vlakke ondergrond de hardheid van de hoefwand en zool toeneemt en dat de hoefgroei de slijtage bijhoudt. Bij Ashling zie ik dat door de slijtage aan de voorkant van de hoefwand er al het ware een natuurlijke opzet ontstaat. Ik ben nieuwsgierig hoe zich dat verder ontwikkelt. Als de zool aan de voorkant steeds dunner gaat worden, dan moet dat - lijkt me tot gevoeligheden leiden.

We hebben in de zomer het meest intensief gereden, in de vakantie met tochten van de Veluwe-trail van 35 km per dag. Op een natuurlijke wijze zou je daar de paarden op moeten voorbereiden door ze per dag zo’n 15 km op een harde vlakke ondergrond te laten lopen. Dat is wel een heel moeilijke opgave. Twee keer in de week een tocht van 10 km was onze voorbereiding. Na twee tochten van 35 km begon Ashling gevoelig te lopen. Ik kwam toen voor de keuze alsnog beslaan met hoefijzers of wat kalmer aan. Ik heb voor de dure oplossing van de aanschaf van marquis hoefschoenen gekozen. Dat is heel goed bevallen. 

 

Stukjes van de Veluwe-trail zomer 2006

 

De actieradius voor buitenritten is verruimd door het huren van een tweepaardstrailer. Schitterende tochten naar kootwijk, Leersummerveld, en vooral de hoge veluwe.

uitrusten in de kootwijker bossen

in actie op de Hoge Veluwe

 

Het is soms heet op de Eng. Gelukkig staat er een oude vlier op het terrein van de buurman. Het valt niet mee om nieuwe schaduwbomen te laten groeien want de paarden zijn er dol op.

Verhuisbericht

Ashling en Vanga hebben de winter doorgebracht op de voormalige manege Nol in het Bosch. Volpension met gebruik van de binnenbak. Ze missen het lekkere gras van de Eng wel en moeten nog wennen aan nieuwerwetsigheden als een automatisch drinkbakje dat gemeen sist. Ze moeten nog wel wat wennen aan al die andere paarden, maar ze hebben gelukkig riante buitenboxen. 

Ashling

Het is herfst geworden en Ashling kijkt in de richting waar Vanga is verdwenen. Als Vanga les heeft, moet Ashling alleen achterblijven. 

Met helder hinniken houdt Ashling contact. 

 

aflammeren 2005

 Het gaat weer een lang aflammerseizoen worden. Mijn oudste ooi lammerde 19 maart, de jongste ooi , uitgeteld op 2 april heeft nog te weinig uierontwikkeling en zal zeker een cyclus van 17 dagen overslaan en zal dan 19 april aflammeren. Dat is dus een maand extra zorg.

 Ik maak dit seizoen gebruik van een nieuwe legertent, een zogenaamd boog-model. Het is een vrij hoog gevaarte. Voordeel is een goed binnenklimaat, nadeel is dat de tent goed geschoord moet worden anders waait hij om.

 Zodra je meer verstand van schapen begint te krijgen, vermindert het natuurlijke gedrag. Het begon gelijk al bij het eerste aflammeren. De eerste bleek een stuitligging te hebben. Als ik er niet bij zou zijn geweest, zou het lam waarschijnlijk gewoon geboren zijn geworden. Als je er bij bent, controleer je op een bepaald moment de vorderingen, constateert een stuitligging en geef je hulp bij de geboorte. Als je er dan bijkomt lijkt het of normale geboortes met de optimale ligging steeds zeldzamer worden, voortdurend merk ik dat de pootjes niet gestrekt naar voren liggen en corrigeer je dat. Het heeft wellicht te maken met de lichaamsbeweging tijdens de laatste maanden van de dracht. Naarmate er meer lichaamsbeweging is, is er een grotere kans op een goede ligging. Ook het voer is van belang. Ik ben wat zuiniger omgegaan met krachtvoer, maar toch als er een eenling moet worden geboren is het een fors lam.

 1 april werd ik door de natuur in de maling genomen. Ooi april wierp op haar vierde verjaardag een kolossaal ramlam. Tot mijn verbazing had het diertje een secundair derde oortje naast zijn rechter oor. Ga dat maar eens op 1 april vertellen: ik heb nu een lammetje met drie oortjes!

 

 Ik heb vijf dagen na de uitgerekende aflammerdag moeten wachten op de volgende ooien. Ik begon het een beetje zielig te vinden dat zij zo lang moesten bivakkeren in de aflammerhokjes. Gedachtig aan de uitspraak van Kees van Veluw in Biologische veehouderij dat het aflammeren het rustigste verloopt als het in de groep kan, heb ik de tussenschotten weggehaald zodat ze met zijn drieën in een ruimte liepen.

's Avonds 11 uur was er in die groep een lammetje geboren en twee ooien streden met elkaar om het af te likken. Een Salomonsoordeel werd gevraagd en ik liet het lammetje aan de ooi die het meest bazig was. De ooi was bijzonder aggressief en gromde als een hondje. Ze was buiten adem van al dat gedoe en dat is ook de reden dat ik aannam dat zij de moeder moest zijn. Even later had ik aan bloedsporen in de gaten dat het toch de andere ooi moest zijn, dus onmiddellijk het lammetje aan de eigen moeder overgedragen. Vervolgens kwam er een moeilijke verlossing, het koste me veel moeite om bijbehorende pootjes en kopje uit te sorteren. Een tweede werd geboren. De ooi had geen biest, dus meteen in de weer met kunstbiest. De bazige ooi begon nu ook af te lammeren. Maar tot onze verbazing werd er een derde lammetje geboren bij de ooi met de uierontsteking. Ik heb toen het derde lammetje overgelegd bij de bazige ooi die meteen aan het likken begon en even later een groot eigen lam met enige hulp wierp. De eerste biest heeft het derde lammetje van de bazige ooi gekregen maar naar verloop van tijd begon ze het derde lammetje te verwerpen. De vee-arts constateerde een (chronische) mastitis en adviseerde alle drie de lammetjes maar met kunstmelk te voeden. Antibiotica werd niet nodig geacht, ze zou de uierontsteking op eigen kracht moeten overwinnen. Van een vriendelijke veehouder kreeg ik een soort tijgerbalsem waarmee de uier gemasseerd kon worden. Straf spul. Door het masseren zou de afvoer van kwalijke stoffen bevorderd worden. Tevens was het zaak om de twee eigen lammetjes niet zo zat als teken te voeren met kunstmelk, anders zouden ze geen moeite meer doen om de melkstroom bij hun moeder op te wekken. Eén lammetje dat het eerst geboren was, woog bijna niets. Die heb ik in het begin steeds maar wat bijgetankt. Tot mijn voldoening kwam de melkstroom toch weer op kracht en ik kon dat vooral merken aan de levendigheid en gevulde buikjes van haar twee eigen lammetjes.  Helaas moest het derde lammetje als leblam worden gevoerd om dat haar eigen moeder hem niet meer accepteerde.

  

 

 

 

Een filmpje functielust  2004  lammetjes.MPG

Laughing Ashling. De naam is Iers en betekent visie of een droom. Het is ook een poëtisch genre uit de 17e en 18e eeuw waarin Ierland wordt gezien in de figuur van een mooie vrouw die in gevaar is. Het is een populaire naam in Ierland.

Ashling

 

krijgt 's avonds haar emmer met brokken met luzerne en een schepje lijnzaadpoeder. Als je haar dan in de verte roept geeft ze met een heldere hinnek te kennen dat aan haar avondeten toe is. Vanga is de alpha-merrie en die moet eerst bediend worden. Vanga neemt dan statig plaats aan tafel; ze heeft er het volste vertrouwen in dat ze zo op haar wenken bediend wordt. Ashling wordt dan als tweede bediend. Met de brokken gaat dat snel maar 's ochtends met het hooi moet ze wachten op de tweede levering. Ze komt dan snel bij me en neemt sneaky alvast een hapje uit het hooi bestemd voor Vanga.

 

Vanga is dominant en met de oren naar achteren met een lange nek wijst ze Ashling haar plaats. Soms gaat het gepaard met dreigend draaien en heel soms met trappen in de lucht met de achterbenen. Een keer was er dikke ruzie met gegil en Ashling kon alleen maar wegkomen door het schrikdraad kapot te trekken. Je denkt dan menselijkerwijs dat Ashling het wel fijn zal vinden als ze alleen met mij een ritje mag maken. Vergeet dat maar. Ze houdt voortdurend in de gaten waar Vanga in de wei staat en beantwoordt Vanga's hinneken luid. In het begin had ik grote moeite haar wat verder van de wei te bewegen. Bij terugkomst  laat ze Vanga door hinneken weten dat ze er weer aankomt. Het vreemde is als we dan op 100 meter afstand van de wei zijn, ze het plotseling weer heel kalm aan gaat doen. Vanga is erg actief als ze alleen in de wei moet blijven. Herhaaldelijk trekt ze dan galopjes op het rechte stuk, ze is dan op haar mooist met geheven hoofd en de staart fier in de lucht.

 

 

Comara Ivanga